De Maas verbindt de beide Limburgen

Blik op de Maas vanuit het Waterpoortje

Sinds de definitieve scheiding van Belgisch en Nederlands Limburg in 1839, na zware druk van de grote mogendheden, is de liefde tussen beide Limburgen nooit helemaal uitgedoofd. Integendeel, er is nog veel liefde tussen beide. Daarom gaan we tijdens ‘Wandelen in Limburg (B)’ met genoegen op bezoek in Maastricht.

De grote mogendheden vonden na de Belgische strijd voor onafhankelijk in 1830 dat het pas ontstane jonge land een veel te zwakke buffer vormde tegen Frankrijk. De scheiding  van Nederland bleef onvoltooid zolang het dispuut om Limburg niet opgelost raakte.

Nogal wat Limburgers aan weerszijden van de Maas zagen deze gedwongen scheiding onder druk van de grote mogendheden niet zitten. Was het niet beter ‘onder ons’? Bij ‘oech en miech’?

Maastricht symboliseert misschien nog best de onwil om te kiezen tussen het ene of het andere Limburg. De stad staat immers wijdbeens op beide Maasoevers.  Naast haar eigen Maasbruggen vormt de stad ook een brug tussen de Belgische en de Nederlandse provincie met dezelfde naam. Je hebt er nooit het gevoel in het buitenland te zijn, behalve dan wanneer je met de trein komt, want dan is Maastricht een ‘grensstation’. Gelukkig geen formaliteiten, maar wel uitkijken dat je de juiste tickets hebt. 

Mogelijk was de Maas zelf ook niet tevreden met die  geforceerde scheiding want ze voelde zich niet helemaal op haar gemak tussen twee aparte delen van het Limburgse land. Zij was toch het kind van de relatie tussen beide Limburgen? In de voorafgaande eeuwen had de  rivier al gezocht naar haar ideale ligging: ze verlegde immers al  enkele keren haar bedding zoekende naar de meest geschikte of meest comfortabele. Vergelijkbaar misschien met een kind dat niet goed slaapt in een bedje en  waarvan de  ouders dat bedje verplaatsen, zelfs naar een andere kamer?

In de loop der eeuwen trad de Maas wel vaker buiten haar oevers onder druk van snel aanzwellend regenwater uit de Franse en Belgische Ardennen. Zo verhuisde het  gehucht Boyen van de rechteroever naar de linkeroever toen de rivier haar bedding verlegde bij overstromingen van 1643. Boyen hoorde  voordien bij het Nederlandse Grevenbicht, maar de wil van de Maas werd in 1814 geofficialiseerd door het gehucht bij het Belgische Stokkem te voegen.   

Hoogwater in de Maas, juli 2021. Foto Dreamstime

Na 1840 werd er werk gemaakt van indijking en verdieping van de Grensmaas, maar die ‘verbeteringen’hielden het watervolume niet onder controle bij zware Ardeense regenval.   

Overigens waren de Limburgers zelf ook niet blij met de nukken van hun regenrivier want ze dwongen die hier en daar in een keurslijf, waardoor de overstromingscapaciteit van de uiterwaarden aan banden werd gelegd. Gelukkig haalde de rede het mettertijd weer en werd dat watercorset geleidelijk weer gelost. De Maas kreeg weer enige overstromingsvrijheid in ‘Limburg, mie landj’. 

Of is het compleet andersom: is de Maas dan toch niet het kind van de vroegere relatie tussen beide Limburgen, maar is ze zelf de BOM (Bewust Ongehuwde Moeder) van beide provincies? In dat geval zou het af en toe verschuiven van de Maasbedding een andere betekenis kunnen hebben: de rivier tracht beide kinderen tevreden te houden door hen afwisselend een extra gunst (land) toe te staan aan de een of de ander.

Wat er ook van aan is, Limburgers van beide zijden van de rivier laten elkaar niet los. Behalve het zangerige taaltje is er nog veel meer dat ze bindt. De lekkere vlaaien bijvoorbeeld, het beleven van carnaval en andere tradities, En misschien nog belangrijker: hier worden geen Vlaamse of Belgische frieten verkocht zoals in andere Nederlandse steden, maar gewoon ‘frieten’. Frieten zijn van ons allemaal. Liefst vers gesneden natuurlijk!